EN|NL

Hoe is de Student Union ontstaan?

De Stichting Student Union is opgericht op 2 juli 1999. Hier is een traject aan vooraf gegaan, geïnitieerd door het toenmalige College van Bestuur. Uiteindelijk heeft een oprichtingsplan als leidraad gediend voor de te vormen stichting en haar statuten.

In 1997 is er een start gemaakt met een heroriëntatie op de Campus- en de studentenvoorzieningen. Aanleiding hiervoor was de wens om een extra impuls te geven aan de rollen en functies van de studenten en hun organisaties op de Universiteit Twente. Sinds 1997 is er daarom binnen de universiteit door studenten en medewerkers gewerkt aan een nieuwe organisatie van de Campus en de studentenvoorzieningen.

In mei 1998 is de Nota Toekomst Campus/Studentenvoorzieningen UT uitgebracht. Het College van Bestuur geeft in deze nota aan gekozen te hebben voor een organisatie van de campusvoorzieningen waarbij het studentenbestuur vorm en inhoud krijgt binnen de nagestreefde brede academische vorming. Het studentenbestuur krijgt ook een maximale eigen verantwoordelijkheid. Het studentenbestuur krijgt tevens drie gebouwen in haar beheer: de Bastille, de Pakkerij en het Watersportcomplex. De dienst Studentenzaken, het huidige Studenten & Onderwijs Service Centrum (S&O) zal verder het studentenbestuur ondersteunen in haar taken. Het College van Bestuur heeft in mei 1998 besloten tot de organisatievorm van het nieuwe studentenbestuur: De Student Union.

Na dit besluit van het College van Bestuur is in september 1998 het Interim-bestuur Studentencampus aan het werk gegaan. Zij gingen aan de slag met een drieledige opdracht:

Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in de huidige gedaante van de Student Union. In dit proces is er rekening gehouden met de ideeën en wensen van de studenten en de medewerkers. Voordat de Student Union in zijn huidige gedaante vorm heeft gekregen is er veel overleg geweest met studenten en medewerkers.

In januari 1999 is het uiteindelijke voorstel voor de Student Union naar het College van Bestuur gegaan. Op 2 juli 1999 was de Stichting Student Union Universiteit Twente een feit, nadat het College en de Centrale StudentenRaad hadden ingestemd en de statuten aan de notaris ter vastlegging werden voorgelegd. 

De Raad voor de Campusvoorzieningen (RCV) was de voorloper van de Student Union. De RCV had 15 zetels waarvan er 13 door studenten werden bezet, deze studenten werden gekozen door de studenten aan de universiteit. Drie verschillende politieke partijen leverden de studenten voor de RCV. In opdracht van de Universiteitsraad vormen de RCV en het CampusCollege (CC) samen het bestuur van de Campus. Het CampusCollege bestond uit 2 studenten die fulltime hiervoor werkten. Het CC bereidde het beleid voor en een keer per maand kwam de RCV bijeen om de besluiten te nemen. Het beleid werd uitgevoerd door de dienst Campusvoorzieningen, deze dienst is later overgegaan in dienst Studentenvoorzieningen en Campus samen met de dienst Studentenzaken. De dienst Studentenzaken was onder andere verantwoordelijk voor de inschrijving, het bureau met psychologen voor studenten en de decanen. Onder de dienst Campusvoorzieningen vielen onder andere het beheer van de voorzieningen op het gebied van Cultuur en Sport. Er waren in deze organisatievorm vele knelpunten. Een van de knelpunten van deze laatste was dat de dienst onder leiding stond van de directeur Campusvoorzieningen die enerzijds verantwoording moest afleggen aan het College van Bestuur en anderzijds aan de RCV.  Daarnaast was deze organisatievorm met de komst van de wet Modernisering Universiteit Bestuur niet meer te handhaven. Bestuursorganen als de Universiteitsraad en de RCV moesten vervallen, hiervoor in de plaats is de medezeggenschap gekomen.

Bekijk deze pagina voor de huidige structuur van de Student Union.